Doe - gericht samen musiceren met het eigen instrument
Vanuit ’traditioneel’ amv- en samenzangmateriaal of vanuit het door de leerlingen aangebrachte materiaal uit de instrumentles wordt er ruimte gecreëerd voor een doe-gericht, overkoepelend creatief speelmoment met kruisbestuiving tussen de verschillende opleidingsonderdelen waarbij vanuit de groepsdynamiek geleerd wordt van elkaar. |
VANUIT SAMENZANG-LESMATERIAAL
Een gevarieerd repertoire van kindgerichte liederen blijft een belangrijk uitgangspunt om via diverse werk- en speelvormen ervaringsgericht samen te musiceren en te experimenteren met het eigen instrument.
In onderstaande filmfragmenten zien we een aantal voorbeelden van werkvormen.
Een gevarieerd repertoire van kindgerichte liederen blijft een belangrijk uitgangspunt om via diverse werk- en speelvormen ervaringsgericht samen te musiceren en te experimenteren met het eigen instrument.
In onderstaande filmfragmenten zien we een aantal voorbeelden van werkvormen.
|
In dit lesfragment werden volgens het eigen instrumentale kunnen de verschillende verwerkingsmogelijkheden van het tonica-dominantgegeven doe-gericht onderzocht.
De volgende samenspelrolverdeling werd gekozen:
|
|
Hier werden volgens het eigen instrumentale kunnen de verschillende verwerkingsmogelijkheden van samenklanken doe-gericht onderzocht.
Het spanningsveld tussen de dominant- en tonicafunctie kreeg de nodige aandacht. In de uitwerking van het lied werden verschillende samenspelrollen uitgetest waarbij musiceren op het eigen instrument afgewisseld wordt met zingen. Leren luisteren en in interactie treden zijn hier belangrijke vaardigheden. |
VANUIT INSTRUMENTLES-MATERIAAL
Bij de volgende voorbeelden dient een gevarieerd repertoire van kindgerichte melodieën en speelstukjes, die de leerlingen naar eigen voorkeur meebrengen vanuit de instrumentles, als lesmateriaal. Dit is het uitgangspunt om via diverse werk- en speelvormen ervaringsgericht samen te musiceren en te experimenteren met het eigen instrument.
Hier ontwikkelt de startende instrumentleerling de instrumenttechnische basisvaardigheden door een eigen gekozen speelstukje vanuit de instrumentles in een andere context uit te diepen en te toetsen. Dit bevordert niet alleen het enthousiasme en het speelplezier maar doet ook het vertrouwen in de eigen mogelijkheden ontegensprekelijk groeien. De medeleerlingen ontwikkelen hierbij de basisvaardigheden om samen te musiceren: tonaliteitsgevoel vanuit een tonica-dominantbegeleiding bij de pianisten terwijl de slagwerkers het metrum leren aanvoelen vanuit een elegant ritmisch ostinaat. |
|
Hier fungeert een speelstukje uit het klarinetrepertoire als uitgangspunt voor het samenspeelmoment waarin de basis verder geassimileerd wordt. Door doe-gericht te experimenteren vanuit de klankbeleving werden de harmonische functies afgetast en op verschillende manieren uitgewerkt. Enerzijds transponerend vanuit lange, liggende tonen in de saxofoons en anderzijds vanuit de bassen en bijbehorende gebroken drieklanken in de gitaar en de piano, terwijl de slagwerker het metrum bevestigt. In het vastleggen van de vorm werden structurele principes vanuit herhaling, variatie en contrast onderzocht. |
|
VANUIT AMV-LESMATERIAAL
Nu dient ’traditioneel’ amv–lesmateriaal, waarmee de leerling systematisch de muzikale taal leert te hanteren en het inwendig voorstellingsvermogen leert te ontwikkelen door gericht te luisteren, als uitgangspunt. Door dit lesmateriaal groeps- en ervaringsgericht via diverse werk- en speelvormen uit te diepen op het eigen instrument, wordt het leerproces positief gestimuleerd.
Nu dient ’traditioneel’ amv–lesmateriaal, waarmee de leerling systematisch de muzikale taal leert te hanteren en het inwendig voorstellingsvermogen leert te ontwikkelen door gericht te luisteren, als uitgangspunt. Door dit lesmateriaal groeps- en ervaringsgericht via diverse werk- en speelvormen uit te diepen op het eigen instrument, wordt het leerproces positief gestimuleerd.
|
De startende instrumentleerling leert hier de symbolen van de muzikale notatie lezen en van bij de aanvang verklanken op het eigen instrument. Vanuit de groepsdynamiek wordt het prille instrumenttechnische ‘kunnen’ in een andere context getoetst en de leesvaardigheid tegelijkertijd ontwikkeld. Hier werd een ritmische oefening als een ketting- of estafettespel opgevat waarbij per instrumentengroep een ritmisch patroon uitgevoerd wordt met een noot naar keuze uit de drieklank van do. |
Zelfde werkwijze als hierboven maar deze werd afgesloten door een kennismaking met het tonica-dominant spanningsveld door afwisseling van twee tonen op aangeven van de leerkracht. Hierdoor ontluikt een pril tonaliteitsgevoel. |
|
|
De startende instrumentleerling ontwikkelt hier het inwendig voorstellingsvermogen door gericht te luisteren. Hier werd dezelfde ritmische oefening als een ritmisch herkenningsdictee opgevat waarbij een ritmisch patroon door een leerling ‘improvisatorisch’ vanuit het prille instrumenttechnische ‘kunnen’ tot klinken werd gebracht en nagebootst werd op het eigen instrument door de medeleerlingen. |
De startende instrumentleerling trompet ontwikkelt hier verder zijn instrumenttechnische basisvaardigheden aan de hand van de ‘amv-leerinhoud van de week’ terwijl de medeleerlingen de basisvaardigheden aanspreken om samen te musiceren en in interactie te treden: tonica- dominantafwisseling als bas in de piano en tegentijden in de andere instrumenten en het eigen slagwerk. |
|
|
Hier dient tweestemmig amv-lesmateriaal als uitgangspunt om een aantal samenspeltechnieken te ontwikkelen. Terwijl het klarinet- en saxduo vanuit de partituur musiceren , werden door de pianist en gitarist door doe-gericht experimenteren vanuit de klankbeleving de harmonische functies afgetast waarbij ook aspecten van modulatie en transpositie aan bod kwamen. Het geheel werd in een vorm gegoten waarbij de intro en het tussenspel door de slagwerker verzorgd werden. |