Lerarenprofiel
Volgende uitgangspunten van het Musi’X-project zorgen voor extra competenties bij de leraren:
- Musi’X steunt op samenhang: dit impliceert samenwerking en overleg tussen leerkrachten, dit vraagt dus een groot engagement en bereidwilligheid.
- Musi’X gelooft in de muzikale ontwikkelingsmogelijkheden van elke leerling: dit impliceert dat positieve aanmoediging en de motivatie van de leerling mee de ontwikkeling bepalen.
- Musi’X wil vernieuwen: dit houdt in dat leerkrachten openstaan voor verandering en durven te experimenteren met nieuwe werkvormen en methodes. De leerkracht hanteert een coachende rol bij het hoekenwerk en het gedifferentieerd lesgeven. Om creativiteit over te brengen beheert de leerkracht zelf een aantal specifieke improvisatievaardigheden.
- Musi’X vertrekt vanuit spelend leren: het plezier en enthousiasme van de leerkracht zijn voorbeeld en spiegel voor het speelplezier van de leerling.
- Musi’X benadrukt het samen musiceren: het beheersen van samenspel/dirigeertechnieken en het gediversifieerd leidinggeven aan een groep zijn cruciale vaardigheden voor de leerkracht.
Er is een belangrijke uitdaging voor de lerarenopleidingen weggelegd bij de competentieontwikkeling van de toekomstige leraar dko. In de opleiding van de studenten dienen zowel het didactisch handelen op instrumenttechnisch vlak als het algemeen vormend aspect en het element groepsmusiceren evenwaardig en degelijk uitgebouwd te worden. Een minstens even belangrijke rol is weggelegd voor de pedagogische begeleidingsdiensten die het huidige werkveld moeten ondersteunen bij deze ervaringsgerichte aanpak.
Noch begeleidingsdiensten noch lerarenopleiders beschikken momenteel over de middelen/mankracht om hier prioritair op in te zetten. Dit is nochtans zeer hard nodig, want uit de samenwerking met diverse lerarenopleidingen tijdens dit pilootproject is gebleken dat stageplaatsen buiten de pilootacademies niet altijd openstaan voor innovatieve ideeën. Zelfs binnen sommige pilootacademies diende gewerkt te worden aan voldoende draagvlak om deze doe-gerichte aanpak te kunnen uittesten.