musiceren staat centraal
In het verlengde van de zoektocht naar eenheid en samenhang is het vanzelfsprekend dat de startende leerling ook daadwerkelijk onmiddellijk kan starten met een gekozen instrument. In de huidige structuur van het deeltijds kunstonderwijs starten de leerlingen pas vanaf het tweede jaar effectief met een eigen instrument. Musiceren op het eigen instrument en het musiceren op zich staan centraal vanaf het prille begin.
Onmiddellijk kunnen starten met een instrument wordt door de leerlingen als zeer positief ervaren. Uiteraard genereert het ook een surplus aan kennis en vaardigheden op dit instrument en zorgt het bovendien voor een extra motivatie bij de leerling. Het rechtstreeks kunnen ervaren van de leerinhouden op het instrument maakt de inhoud van de eerder abstracte muziektaal voor de leerling bevattelijker.
Naar de kern van het musiceren
Alle kunstonderwijs, en dus ook het muziekonderwijs vindt zijn bestaansrecht in het helpen van mensen (kinderen, jongeren, volwassenen) om hun artistieke persoonlijkheid te ontplooien.
De essentie van musiceren draait rond (zelf)expressie en communicatie. Muziek is in wezen een ‘meta-taal’ waarbij de musicus emotie, expressie en begrip omzet in tijd- en klankstructuren en deze betekenis geeft voor zichzelf, voor zijn medespelers en/of voor een luisterend publiek.
Deze artistieke ontwikkeling steunt op het verwerven van een aantal competenties die met elkaar in interactie staan en kunnen worden geclusterd rond zes rollen:
Onderzoeker Kunstenaar Samenspeler Performer Vakman Unieke ik
Met deze zes rollen als uitgangspunt zoekt Musi’X er naar om de ontwikkeling van de muzikale persoonlijkheid concreet en breed vorm te geven. Musi’X onderzoekt dus de leerprocessen die nodig zijn om deze competenties te ontwikkelen. Vanuit de praktijkervaringen brengt Musi’X adequate didactische werkvormen en de voorwaarden voor een aangepaste leeromgeving in kaart en bundelt deze expertise in een leerplan.
Onmiddellijk kunnen starten met een instrument wordt door de leerlingen als zeer positief ervaren. Uiteraard genereert het ook een surplus aan kennis en vaardigheden op dit instrument en zorgt het bovendien voor een extra motivatie bij de leerling. Het rechtstreeks kunnen ervaren van de leerinhouden op het instrument maakt de inhoud van de eerder abstracte muziektaal voor de leerling bevattelijker.
Naar de kern van het musiceren
Alle kunstonderwijs, en dus ook het muziekonderwijs vindt zijn bestaansrecht in het helpen van mensen (kinderen, jongeren, volwassenen) om hun artistieke persoonlijkheid te ontplooien.
De essentie van musiceren draait rond (zelf)expressie en communicatie. Muziek is in wezen een ‘meta-taal’ waarbij de musicus emotie, expressie en begrip omzet in tijd- en klankstructuren en deze betekenis geeft voor zichzelf, voor zijn medespelers en/of voor een luisterend publiek.
Deze artistieke ontwikkeling steunt op het verwerven van een aantal competenties die met elkaar in interactie staan en kunnen worden geclusterd rond zes rollen:
Onderzoeker Kunstenaar Samenspeler Performer Vakman Unieke ik
Met deze zes rollen als uitgangspunt zoekt Musi’X er naar om de ontwikkeling van de muzikale persoonlijkheid concreet en breed vorm te geven. Musi’X onderzoekt dus de leerprocessen die nodig zijn om deze competenties te ontwikkelen. Vanuit de praktijkervaringen brengt Musi’X adequate didactische werkvormen en de voorwaarden voor een aangepaste leeromgeving in kaart en bundelt deze expertise in een leerplan.